Introductie
Iedereen kiest wat het beste uitkomt in de eigen situatie, maar zelf compost maken is spannender en goedkoper dan naar de winkel gaan om enkele liters compost te kopen. Zelf compost maken leert ook hoe een mooie kringloop er kan ontstaan. De inzet en fysieke inspanning zijn niet groot.
Maak je eigen compost
Composteren is een natuurlijk proces van verval. Organische materialen worden gerecycled door schimmels, bacteriën, maar ook dieren. Er zijn veel manieren om compost te maken, dus ontdek wat het beste werkt voor jou. Groei & Bloei heeft hier een korte versie, hieronder de uitgebreide.
Waarom compost maken?
Het is erg gemakkelijk om naar een tuincentrum of klusmarkt te gaan om een zak compost te kopen. In een aantal gevallen zit er in compost ook wit veen uit de Baltische staten of zwart veen uit Duitsland. Veel compost wordt gemaakt van GFT dat door particulieren aan de weg is gezet en door afvalverzamelaars wordt opgehaald. De kwaliteit van commerciële compost wordt deels bepaald door de structuurverbeterende eigenschappen, voedingswaarde voor de bodem en gebrek aan zaden.
Zelf maken van compost is goed voor uw tuin en goed voor het milieu. Door recycling van tuinafval verminder je de hoeveelheid afval die wordt vervoerd naar de stortplaats. Compost is ideaal voor de tuin, het fungeert als een bodemverbeteraar en natuurlijke meststof.
Het compost vat
Diverse tuiniers maken compost in een container of ton. Dit houdt de hoop samen en helpt warmte en vochtigheid stabiel te houden. De container kan vierkant of rond zijn, gemaakt van hout, kunststof of gaas. De bodem moet open zijn zodat de wormen en andere beestjes er in kunnen en overtollige vocht afgevoerd wordt. Een soort deksel is nuttig om regen buiten en warmte binnen te houden. De grootte varieert, maar ongeveer 1 m2 is ideaal. Als je een grote tuin hebt en veel tuinafval, dan is het beter om minstens 2 composteerplekken te hebben. De ene plek wordt gevuld en de andere heeft de tijd om goed te ‘rijpen’. Er zijn kunststof bakken te koop. Deze hebben een deksel en de warmte wordt goed behouden. Onderaan zit een klep om de rijpe compost er uit te schappen, maar dit werkt slechts deels, waar de klep niet zit komt de compost niet weg. Je kunt ook zelf eenvoudig een composthoop maken met houten planken (van pallets) of gaas. De andere benodigdheden voor goede compost zijn lucht en water. Het mengsel moet luchtig zijn en niet te vochtig.
In de compostmenger maak je de compost door elke keer het vat te vullen tot hij vol is. Op zijn tijd met de zwengel keren. Dan enige tijd wachten tot de compost rijp is. Pas dan kan de inhoud een kruiwagen gestort worden. Nadeel is dat dit niet te gebruiken is in de periode dat de compostmolen vol zit en de compost nog niet rijp is. Leuk is dit pas als je er twee hebt, echt iets waar de leverancier blij van wordt.
De rijping
Organisch materiaal rot nu eenmaal. Wat snel composteert zijn de zachte groenten, zoals slablaadjes maar ook blad van o.a. hosta. Uiteraard zullen twijgen en takjes minder snel composteren. Voor een snel resultaat kun je dus beter relatief veel houtachtig materiaal vermijden. Heb je een grote tuin en dus hopelijk 2 composthopen, dan kun je het houtachtige materiaal gerust wel verwerken. Houtachtig materiaal zijn harde stengels van planten. Snoeihout is te dik voor de composthoop. De compost heeft dan wel 2 jaar nodig voor de juiste structuur.
Er zijn compostversnellers in de handel, sommige met een bio- of eco etiket, maar met geduld zijn deze producten niet nodig en draagt de natuur zelf de juiste schimmels en bacteriën aan. Het is ook een goede gewoonte als je tijdens het spitten of poten wormen tegenkomt deze naar de composthoop te verhuizen. Zeker als jouw humushoop nieuw is. Het helpt ook als je af en toe vers groenafval mengt met arme grond uit de tuin zodat de microben die je in de tuin hebt zich in de hoop lekker kunnen vermenigvuldigen.
Vermijden
Uiteraard zijn er dingen die voor de compost niet bevorderlijk zijn omdat ze slecht of niet verteren. Heb je een enorm gazon, dan is alle maaiafval tegelijk op de composthoop gooien een rem op de gang van zaken. Naalden van naaldhout, groen van coniferen kun je beter meegeven met het GFT-afval en niet op de eigen hoop gooien, zelfs na 5 jaar is dit materiaal nog niet goed vergaan. Bij veel compostmeesters staat eikenblad ook op de lijst met te vermijden materiaal omdat het meer dan 2 jaar nodig heeft om te vergaan.
Afval uit de keuken kan op de hoop, maar gekookt voedsel zorgt nogal eens voor een foute geur en het verkeerde soort bacteriën. Bedenk ook dat je aardappelschillen alleen bij de compost kunt doen als ze biologisch zijn, niet biologische aardappelen zijn meestal behandeld met kiemremmende middelen (tegen uitlopers) en dat is niet geschikt voor op de composthoop. Eierschalen kunnen, mits kleingemaakt, goed bij de humus. Iemand die gevoel heeft voor kalkhuishouding begrijpt dat er veel eierschaal bij gemaaid gras op de hoop kan en slechts af en toe als er weinig kalkminnaars in de tuin staan. Paddenstoelen die zich vestigen op de compost geven aan dat de hoop te vochtig is.
Het is aan te raden onkruid dat je zeker niet in de tuin wilt hebben ook niet op de compost gooit. Stel dat je een wortelstokje van kweek (Elytrigio repens) of zevenblad (Aegopodium podagraria) op de berg gooit, dan word je een jaar later geconfronteerd met de gevolgen.
Een composthoop is niet bedoeld om overtollige aarde uit de tuin over zich heen te krijgen. Die aarde stopt het broeiproces en 'verstikt' doordat het de hoop te weinig zuurstof geeft. De wormen die hun ding doen in de hoop zijn dan ook van hun à propos af, ze komen voor de compost, niet voor hun onverteerbare aarde.
Een twijfelgeval is snijbloemen. Veel snijbloemen zijn in de kas dusdanig zwaar behandeld met 'gewasbeschermende' middelen dat ze niet goed zijn voor de composthoop. U krijgt de middelen dan ook later in de tuin en als u zelf geen gif gebruikt, dan wilt u de compost van die snijbloemen ook niet.
Aanraders
Een ideale compostbak heeft een mix van twee soorten afval, groen, nat materiaal en droog houtachtige materiaal. Zacht groen materiaal zoals jong gras en jonge (on)kruiden bevatten veel stikstof en water en zullen snel rotten. Zacht groen verwarmt de hoop, maar als ze te weinig gemengd zijn met structuur (twijgjes / houtachtiger afval) wordt de hoop nat en slijmerig. Materialen zoals houtsnippers of herfstbladeren bevatten weinig water en een hoog gehalte aan koolstof. Ze rotten langzaam maar houden hun structuur goed en dragen zo bij tot het evenwicht met de natte ingrediënten. Een mengsel van natte stikstofhoudende- en droge koolstof afvalstoffen produceren uitstekende compost. Het gaat om de balans.
Hoe lang duurt de rijping?
Dit varieert. Het eerste jaar gebeurt er weinig als u geen compostversneller gebruikt. Een evenwichtige composthoop is sneller klaar als er veel materiaal op terecht komt, want dan wordt de hoop warmer door broei. Voor mensen met een kleine tuin en een bescheiden hoeveelheid keukenafval duurt het proces veel langer. Een grote hoeveelheid, zodat er broei ontstaat, is ook beter tegen zaad, dat sterft dan meestal. Een kleinere hoop geeft minder warmte zodat het composteringsproces veel langzamer gaat, maar het eindproduct is net zo vol met voedingsstoffen.
Onderhoud
Om compostering te onderhouden is het nodig de ‘groene’ bovenlaag af en toe om te spitten en te mengen met een beetje tuingrond of oude compost. Dit om de microben goed te mengen. Het draaien van niet gecomposteerde massa zorgt voor meer lucht en stimuleert de omzetting. Het zorgvuldig opbouwen van laagjes blad, gras, keukenafval, takjes, enz. verbetert het eindproduct.
Het eindproduct
Als de compost rijp is kleurt het bruin tot zwart, afhankelijk van de samenstelling. Dan kan de gerijpte hoop afgegraven worden met achterlating van de eventuele ongerijpte bovenlaag als u slechts 1 hoop of bak heeft.
Milieu Centraal geeft ook tips om zelf te composteren.
Meer weten over bodemdieren? Kijk dan even hier. Deze site is geschikt voor kinderen.
Populair sinds enige tijd is de wormencultuur. Die kun je met enige moeite zelf regelen, dus alle wormen die je tegenkomt in de tuin inschatten. Regenwormen eten ander materiaal dan compost- of mestwormen. Regenwormen (Eisenia hortensis) voeden zich met rijp gecomposteerd materiaal en verplaatsen dat, soms tot 3 meter diep. Gewone regenwormen zijn doorgaans iets dikker en bruiner. Aardwormen (Lumbricus terrestris) stammen uit een andere familie, maar zijn ook een aanwinst voor de tuin en grond. Ze zijn beide goede hulpjes voor het luchtig houden van de grond. De echte compostwormen (Eisenia fetidae) zijn smallere en meer rood-bruine pieren die zich alleen vlak onder de oppervlakte wagen en ze eten bij voorkeur vers plantmateriaal. Met vers is hier geen levend materiaal bedoeld. Deze composteerders zijn te koop in grote aantallen. Besef dat als er veel aanbod is van te composteren materiaal, er ook veel compostwormen nodig zijn. Geef bij het starten dus niet te veel ‘lekkers’ (plantafval). Wurmen leven maximaal 2 jaar en vermenigvuldigen zich vaak al na 3 maanden. Regenachtige dagen zijn een goede aanleiding tot paring, ze komen dan boven de grond en hopen op een ontmoeting.
Vermicultuur of wormenbak
Wie een wormenbak wil beginnen heeft wat te kiezen. Wat in de gaten gehouden moet worden is dat van groenafval niet vanzelf compost gemaakt wordt door de compostwormen. De condities zijn vrij precies. Het mag niet te koud of warm zijn, niet te nat of te droog en de wormen mogen niet overvoerd worden. Een voordeel van deze wormenbak is dat het ook goed op een balkon kan.
Hoe werkt het?
Plaats je wormenbak op een beschutte plek, op het terras of in een hoekje van het balkon. Zorg ervoor dat de wormencultuur zomer en winter tussen de 15 en 25 °C blijven. Onderaan de bak leg je een laagje halfverteerd organisch materiaal met de compostwormen. Het organische materiaal komt mee met een gekochte starterset of krijg wat uit het vat van een buur of kennis. Gooi het keukenafval iedere dag in een dunne laag bovenop het reeds aanwezige materiaal. Als de bak vol is, moet je de kweek tijdelijk met rust laten zodat de wormen hun werk kunnen afmaken. Een handige methode is om twee identieke stapelbare emmers of boxen te gebruiken. Zelf een wormenbak maken? Kijk dan hier eens, maar er zijn legio andere voorbeelden.
Er zijn ook methodes om met (minimaal) 3 bakken te werken, de onderste bak is dan de bak zonder gaatjes maar met een kraantje, zodat het percolaat (de natte mest) opgevangen kan worden en verdund weer als voedingsstof aan tuin of plantenbak gegeven kan worden.
Tot slot
Duizendpoten en slakken moet je weghouden van de mestwormen, ze eten de zeer gewaardeerde compostmakers op.
Permacultuur werd in de jaren 70 in Australië beschreven door Bill Mollison en David Holmgren en lijkt steeds meer aan populariteit te winnen, ook onder de Nederlandse tuiniers. Dat is mooi, want het is een heel natuurvriendelijke, zelfs een natuur bevorderende, manier van tuinieren. Permacultuur kent drie ethische principes: zorg voor de aarde, zorg voor de mens en eerlijk delen. Voor het ontwerpen van een permacultuur tuin zijn er twaalf ontwerpprincipes opgesteld. Waar het kort gezegd om gaat, is dat de permacultuurtuinier een gesloten (eetbaar) ecosysteem wil creëren, waarbij observeren, reageren, opslaan van energie, stimuleren van bodemleven, multifunctionaliteit, diversiteit en resultaat centraal staan.
In permacultuur wordt vaak gesproken over gildes. In een gilde staat een fruitboom centraal met daaromheen (vaste) planten die de boom ondersteunen. Bijvoorbeeld planten die bepaalde voedingstoffen beschikbaar stellen aan de boom, juist ziekte werende eigenschappen hebben of nuttige insecten aantrekken die bestuiven of andere, ongewenste insecten weren. De bodem wordt zoveel mogelijk met rust gelaten en bedekt door bijvoorbeeld mulch of bodembedekkers. Op die manier worden vocht en voedingsstoffen vastgehouden en opgebouwd, kan het bodemleven zich blijven ontwikkelen en krijgen ongewenste kruiden minder kans. Een boomgilde die ikzelf heb toegepast is er één rondom een vijgenboom. De cirkel waar de vijg in staat, heb ik voorgaande herfst bedekt met karton, met daarop compost, mest en bladeren. Alles uit eigen tuin en schuur. In mei ben ik begonnen met planten: dropplant (voor bijen), diverse uien (schimmel werend), boerenwormkruid (trekt handige insecten aan en is een kaliumpomp), vaste lupine (niet eetbaar wel een goede stikstofbinder, mulch- en bijenplanten), oregano (bijenplant), hondsdraf (bodembedekker), smeerwortel (stikstofbinder, levert kalium, ijzer, magnesium en is handig als mulch), Roomse Kervel (trekt zweefvliegen aan), absintalsem (ziektewerend), kerrieplant en citroentijm. De cirkel ruikt, smaakt, voelt en oogt heerlijk en het zoemt en krioelt er inmiddels op los. In het ontwerp heb ik, naast de plantenselectie, met verschillende factoren rekening gehouden zoals de wind (ik heb gekozen voor een luwe, warme plek), zon, grondsoort, waterhuishouding, aanloop/aanrijroutes, aanwezige plant- en diersoorten en zo verder.
De vijgenstek kocht ik afgelopen lente bij de Ommuurde Tuin in Renkum. Ook de andere ondersteunende planten kocht ik daar of bij de Hessenhof in Ede. In een permacultuurtuin past eigenlijk alleen biologisch plantgoed, omdat eventuele bestrijdingsmiddelen een negatieve invloed uitoefenen op het beoogde, gesloten ecosysteem.
Mijn ervaring met permacultuur tot nu toe is, dat de tijdsinvestering vooral zit in het kennis vergaren en de voorbereiding. Als de tuin eenmaal is aangeplant, onderhoudt het zich voor een goed deel zelf. Observeren en daarnaar handelen blijft de boodschap. Het is vooral genieten van de oogst voor alle zintuigen. Ook de ontwikkeling van de bodem maakt me erg enthousiast. Wat ik als bijkomstig voordeel heel fijn vind, is dat je door middel van vaste planten en bodembedekking ervoor zorgt dat stikstof opgeslagen wordt in de grond, waardoor je als tuinier dus ook bijdraagt aan een stukje luchtzuivering.
Marit Vreeswijk
Meer info over de twaalf ontwerpprincipes van permacultuur vind je hier.
Permacultuur is dus vooral een 'herstel' van wat de natuur uit zichzelf altijd al deed, voordat de mens meer economisch ging denken en richting monocultuur ging of, zoals je vaak ziet, dat de mens een te 'eigen' stempel op de tuin of natuur wilde drukken. Bij een evenwichtige permacultuur bestaat geen onkruid, en als er gewied moet worden is dat een teken dat er nog geen ideaal evenwicht is.
Recept voor bladaarde en compostthee
Op de kwekerijdagen van een paar jaar terug op De Hessenhof heeft Hans zijn "recept" voor bladaarde met ons gedeeld, zodat wij zelf ook zulke mooie bladaarde kunnen maken. Daarnaast heeft hij verteld over compostthee.
Bladaarde
Compostthee
Hans heeft ook verteld over compostthee die hij maakt. Dat is een wat ingewikkelder proces, waarbij je vloeistof in een vat tot 22 graden verhit, wat compost (en nog wat andere stoffen) erbij en dat een dag laten borrelen. De zo ontstane vloeistof aanlengen in een verhouding van 1 op 10 en de planten ermee bespuiten of bij de wortels gieten. Bij potplantjes 1 x per 10 à 14 dagen. Deze compostthee bevat heilzaam werkende schimmels en bacteriën, waardoor de kwade geen/minder kans krijgen. Hierdoor worden de planten sterker, groeien beter en zijn minder vatbaar voor ziektes. Op zijn biologische kwekerij een onmisbaar bestanddeel!
Het lijkt mij ook heel waardevol in de moestuin, maar zag nog wel wat problemen voor de privétuinder om de compostthee te maken. Ik heb wat gezocht op internet, maar ben er nog niet uit. Nog maar eens verder zoeken!
Annemarie de Leeuw
Bladaarde is compost van blad. Er is een extra stap nodig om blad te laten composteren en dat is de fase met fermentatie. Op de site van Groei & Bloei is hier uitgebreid informatie over te vinden.
Er zijn enkele verschillen tussen compost en kunstmest die zinvol zijn om te weten. Kunstmest stimuleert de aarde niet tot het vormen van humus, met organische mest (zoals koemest of compost) wel. Voordeel van kunstmest is dat het snel door planten wordt opgenomen. De keerzijde is dat het ook weer snel zijn werking verliest. Kunstmest verbetert de structuur van de grond ook niet. Kunstmest heeft nog een ander voordeel: het is geschikt in plantenbakken, kuipen of andere afgesloten grond. Let wel op bij het gebruik van kunstmest op de tuin of moestuin dat je spaarzaam geeft. Kunstmest in het drinkwater, sloot of in de vijver is niet goed.
Bij het gebruik van kunstmest verdwijnt het ecologische systeem dat in gezonde grond plaatst vindt. In de gewone aarde is een systeem werkzaam met bacteriën, microben en schimmels. In de grond leven bacteriën die stikstof kunnen binden. Deze stikstof wordt door de planten dan weer gebruikt en in ruil daarvoor bieden planten dan weer suikers aan, een 'vreedzame symbiose'. Kunstmest verknalt deze uitruil en de microben die in de aarde zitten. Kortom, dat is ook de reden dat potgrond (nieuw of gebruikt), veelal kunstmatig bemest, niet op de composthoop hoort.
Natuurlijk is het ook mogelijk om zonder tuin compost te maken. Hoe kleinschalig ook, de natuur geeft de mogelijkheid. Iemand die bijvoorbeeld veel koffie drinkt en dus koffieprut heeft kan dit op het balkon gebruiken. Zorg wel dat de koffie kan wasemen, want schimmel werkt een andere kant op. Tomatenzaadjes groeien best in koffieprut omdat het een voedzame bodem is.
Compost in een emmer, zowel in het donker met de deksel er op als in het licht, dus zonder deksel zal (ongekookt) groen keukenafval omzetten in compost. Je kunt niet verwachten dat er wormen helemaal heen komen kruipen om te helpen met composteren, maar zonder lukt ook wel, al duurt het wat langer. Bij de andere alinea's staan tips genoeg. Het gaat om de goede verhouding tussen vocht, ventilatie en variatie van grondstoffen.
Heb je Taxus baccata (venijnboom) in jouw tuin staan, gooi het snoeiafval daarvan niet op de composthoop, maar schenk het aan een goed doel. In de jonge naalden van Taxus baccata zit de stof baccatine, een belangrijk middel tegen kanker. Het wordt bewerkt tot geneesmiddel en toegepast bij o.a. borst- en eierstokkanker. De inzameling is gebonden aan strenge regels en een seizoen (van juni t/m augustus).
Er zijn Taxus Taxi Tassen of zeilen verkrijgbaar bij uitgiftepunten en Intratuin in Arnhem, Breda, Duiven, Elst, Malden, Nuenen, Rosmalen, Veghel en Venray. Meer weten? Ga dan naar Taxus taxi.