Ede

Snoeien

Algemeen
Natuurlijk heb je al ervaring met snoeien, maar hier volgen toch wat tips en filmpjes. Afhankelijk van de plant, struik of boom is het belangrijk te weten dat er verschil wordt gemaakt tussen kruidachtige en houtachtige twijgen. Kruidachtige zijn meestal groen, zacht en enigszins buigbaar. Houtachtige delen zijn meestal bruin en stug.

Om bij snoei te zorgen dat er zo weinig mogelijk ‘dood hout’ ontstaat is het in alle gevallen zinvol de snoeischaar op plaatsen te zetten zodat nieuwe groei kan ontstaan, dus net na knoppen (verdikkingen). Als er na een jaar tussen de oude snoeiplek en de stam een stuk dode twijg is ontstaan, dan was dat geen juiste plek. Voordat er aan het snoeien begonnen wordt is het goed te weten of de plant bloeit of vrucht draagt op jonge twijgen (1-jarig hout) of op oudere takken, dan kan bedacht worden wanneer er resultaten voortkomen uit de snoei. Bij bijvoorbeeld een clematis is dit lastig omdat er diverse variëteiten zijn die bloeien op jonge stengels, andere juist op oud hout.

Gebruik goed gereedschap, want een gespleten of gebroken tak is gevoelig voor ziektes of 'dood bloeden'.

Snoei is zinvol om diverse redenen:

  • Het stimuleert de bloei
  • Het houdt de plant of struik in vorm
  • Sommige gewassen hebben snoei nodig om niet te dicht opeen te groeien
  • Sommige gewassen komen als compacte vorm het meest tot hun recht
  • Het stimuleert de groei
  • Het houdt de plant gezond

Waterlot
Waterlot is het ontstaan van lange, rechte, snel groeiende, takken. Deze groei ontstaat vaak vanuit oude knoppen, maar wordt gestimuleerd door oude wonden. Het is te zien op stammen en aan de rand van sterk gesnoeide of gekapte delen van de boom of struik. Bij vruchtbomen wordt waterlot altijd weer verwijderd omdat het 'de kracht' uit de boom wegtrekt.

Enkele voorbeelden

Appels en peren
Snoeitijd: december - maart als de groei nog stil staat en het niet vriest en droog is

Een jonge boom moet nog in vorm komen. De stam van een jonge boom heeft een aantal zijtakken (gesteltakken) met daaraan kleine zijtakjes (spoortjes) waar de vruchten aan zullen groeien. Knip de spoortjes terug tot op drie knoppen (verdikkingen). Snoei alle nieuwe scheuten voor een derde terug. Hieraan komen later ook weer spoortjes die na een aantal jaar vruchten gaan geven. Bekijk een volgroeide boom van een afstand voordat je hem gaat snoeien, zodat je kunt zien of de takken goed verdeeld zijn. Verwijder eerst dode, zieke en gescheurde takken. Snoei vervolgens takken die te dicht op elkaar staan, elkaar kruisen, naar binnen of naar beneden groeien. Wanneer een tak in twee takken splitst (vergaffeling), dan moet een van de twee takken verwijderd worden. Oude takken die geen vruchten meer geven, kun je inkorten tot een jonge zijtak. Knip vervolgens alle spoortjes terug tot op drie knoppen.


Azalea of rododendron

Snoeitijd: direct na de bloei, dus eind juni

Snoei grote takken iets dieper weg, zodat jonge loten binnen de struik weer aan kunnen groeien tot de vorm die de struik heeft. Uitgebloeide bloemen hoeven niet weggehaald te worden.
Rododendrons hoeven niet elk jaar gesnoeid te worden, azaleas 1x per jaar, behalve de Aziatische soort, die vergt 2x per jaar.


Braam of framboos

Snoeitijd: na de pluktijd en voor de winter.

De oude takken van de bramenstruik die vrucht hebben gedragen (meestal bruin) tot de grond wegsnoeien. De jonge (groene) takken van dit jaar omhoog leiden en vastbinden. Eventuele zijscheuten terugknippen tot op 2 à 3 knoppen.


Druif

Een druivenrank snoei je het beste 2x per jaar, in de zomer kortwiek je de doorgeschoten loten en in de winter laat je de hoofdtakken met rust en knipt de kleine zijtakjes (gesteltakken) terug tot op 2 ogen.


Hagen

Veel hagen kunnen het beste gesnoeid worden in de eerste helft van juni. Een aantal soorten haag floreert goed als er in augustus een tweede keer met de snoeischaar gefatsoeneerd wordt.


Pruimen en kersen

Steenvruchten zoals pruimen, kersen, perziken en abrikozen kun je in de winter beter niet snoeien. In deze periode zijn ze gevoelig voor besmetting door loodglansschimmel. Sommige rassen steenvruchten zijn hier erg gevoelig voor. Daarom kun je steenfruit beter vlak na de bloei in april/mei of vlak na de pluk in augustus/september snoeien.


Sering

De sering is een struik die zijn eigen gang gaat als hij niet gesnoeid wordt, een veel voorkomend geval is dat hij bovenin veel blad heeft en daar bloeit. Dus hoe voorkom je dat de onderkant kaal wordt? Zorg dat de struik luchtig blijft, de sering houdt van een luchtige kroon. Snoei meteen na de bloei de uitgebloeide bloemen weg, op de twijg net onder de bloem. Als je de vorm in toom wilt houden is snoeien in het najaar, vanaf eind oktober, nodig. Snoei in ieder geval jonge loten tot 50 cm boven de grond af om verjonging te stimuleren.

Filmpjes
Klik op een link hieronder om naar het filmpje te gaan waarin je geïnteresseerd bent.

Azalea en rododendron

Blauweregen (Wisteria)

Chinees klokje (Forsythia)

Clematis (tekst)

Dikke takken (van boom)

Druif wintersnoei (Vitis vinifera)

Druif zomersnoei (Vitis vinifera)

Hagen (buxus, liguster of haagbeuk)

Heesters (taxus, rododendron)

Helleborus, oud blad

Hortensia (Hydrangea macrophylla)

Klimroos (Rosa Indigoletta)

Kornoelje (Cornus stolonifera)

Laatbloeiende vaste planten (Phlox) terugknippen

Laurierkers of Prunus laurocerasus

Pluimhortensia (Hydrangea paniculata)

Rododendron en azalea

Rozen (Rosa)

Rozen, na bloei (Rosa)

Trompetboom (Catalpa bignonioides)

Vlinderstruik (Buddleja davidii)

Vrouwenmantel (Alchemilla mollis)

Vuurdoorn (Pyracantha) (geen film maar tekst)

Wilg knotten (Salix)

 

Wisteria snoeien

Januari is een geschikt moment voor de wintersnoei van de Blauwe regen of Wisteria. Het blad is er nu af zodat je goed overzicht hebt over de plant. Als het goed is heb je in de zomer alle jonge scheuten steeds getopt, zodat het geen enorme wirwar is geworden. Die scheuten zijn vervolgens wel weer gaan bloeien en uitlopen, maar dat geeft niet.

Het principe van de wintersnoei van Blauwe regen is dat je alle eenjarige takken, die dit jaar zijn ontstaan, nu helemaal terugsnoeit tot op enkele knoppen. De overgebleven knoppen zullen zich in het voorjaar ontwikkelen tot bloemknoppen. Je herkent deze eenjarige takken aan hun kleur, die is namelijk duidelijk lichter dan bij het oudere hout. De enige takken die je laat zitten zijn die welke je nodig hebt om slechte takken te vervangen of om open plekken te vullen, deze kort je alleen wat in. Het is daarom verstandig om eerst na te gaan of je oude takken nog goed zijn, voordat je hun potentiële vervangers wegsnoeit. Daarvoor maak je met de scherpe kant van je snoeischaar een keepje in de bast van de oude tak. Is het daaronder groen, dan leeft de tak nog, is het bruin dan is hij dood en haal je hem weg tot aan het levende deel. Vaak kun je aan de knoppen ook wel zien of een tak nog goed is.

Blauwe regen maakt na enkele jaren clusters van korte vertakkingen, vaak aan het einde van de gesteltakken. In zo’n sporencluster zijn de onderste takjes vaak dood, wat je eenvoudig kunt voelen door er langs te strijken, de dode takjes zijn bros en breken dan af. De bovenste takjes zijn vaak het sterkst. Om te voorkomen dat deze gaan domineren kun je die het beste extra ver terugknippen, mits er voldoende goede takjes overblijven. Die goede takjes snoei je dan terug tot op enkele knoppen.

Vergeet niet de oude zaadpeulen te verwijderen. Deze hebben sierwaarde, maar zullen na de eerste warme lentedagen hun zaden wegschieten door de tuin, wat overal zaailingen oplevert die soms lastig te verwijderen zijn.

Leontine Colon
(Groei & Bloei Wageningen)

Insectvriendelijk snoeien

Bijen, vlinders en vogels zijn gebaat bij een heel andere aanpak van snoei. Dit artikel geeft meer inzicht in het natuurlijke gedrag van diverse insecten en dat een nieuwe manier van snoeien bijen en vlinders daarbij helpt. Het gaat niet op voor alle typen struiken of bomen, maar kijk verder op deze pagina bij Groei & Bloei.

Snoeikalender

Januari

  • Blauweregen (Wisteria): Tot op drie takken terug knippen.

Februari

  • Vlinderstruik (Buddleja davidii): Vanaf eind februari tot eind april (zodra er geen periodes met zware nachtvorst meer voorkomen) tot op een of twee knoppen.
  • Fruitbomen (zoals appels en peren): Rond februari als het niet vriest, om lucht in de kroon te krijgen
  • Bladverliezende heesters en bomen
  • Zomerbloeiende clematis
  • Vijg
  • Planten met gekleurde takken, zoals Cornus siberica
  • Herfstbloeiende framboos

Maart

  • Rozen: Doorbloeiende rozen vanaf de eerste week maart, als het niet vriest, vijf millimeter boven een knop. Zomerbloeiers na de bloei.
  • Winterjasmijn (Jasminum nudiflorum): Na de bloei in maart, tot op 3-4 bladpaarogen.
  • Lavendel: Vanaf half maart tot begin april.
  • Boltrompetboom (Catalpa): Eens in de twee jaar in maart.
  • Caryopteris: Half maart als het niet vriest.
  • Pluimhortensia Hydrangea paniculata en Hydrangea macrophylla ‘Annebelle’: Half maart als het niet vriest.
  • Leilinde (Tilia): Eens in de twee jaar in maart.
  • Vlinderstuik (Buddleja davidii)

April

  • Bessenstruik (Ribes): snoeien tot gewenste hoogte.
  • Forsythia: net na de bloei.
  • Pruimen of kersen: Net na de bloei om ruimte te maken en verwijderen waterlot en na de oogst.
  • Steenvruchtbomen: In april/mei of augustus/september.

Mei

  • Buxus: Na half mei, kijk ook bij augustus.
  • Hagen: Na half mei, maar in ieder geval vóór 21 juni, omdat de planten daarna een nieuwe groei-impuls krijgen.
  • Winterheide (Erica carnea): Na half mei.

Juli

  • Blauweregen (Wisteria): Tot op vijf takken terugknippen.
  • Vaste planten als ridderspoor (Delphinium), vrouwenmantel (Alchemilla), ooievaarsbek soorten (Geranium), klokjesbloem (Campanula) en korenbloem (Centaurea): Voor een tweede bloei terugknippen vanaf begin juli.
  • Berk (Betula): In de zomer of de herfst.
  • Esdoorn (Acer): In de zomer of de herfst.
  • Notenbomen (walnoot Juglans regia en hazelaar Corylus avellana): In de zomer of de herfst.
  • Haagbeuk (Carpinus betulus): In de zomer of de herfst.

Augustus

  • Buxus: 2e snoei, de eerste in mei.
  • Pruimen of kersen: 2 weken na de oogst of net na de bloei.

September

  • Vlinderstruik (Buddleja davidii): uitgebloeide bloemen wegknippen.